Inclusie in de techniekles
In 2035 moet het onderwijs in Nederland inclusief zijn. De ambitie is mooi, maar dan de praktijk. Hoe gaan we dat doen? In de regio Noord- en Midden- Drenthe gaat sinds jaar en dag ongeveer 4% van de leerlingen naar gespecialiseerd onderwijs. Ondanks vele inspanningen gaat het deelnamepercentage maar niet omlaag. Tegelijkertijd zijn er talloze voorbeelden van leuke initiatieven, bijzondere projecten en ontroerende verhalen waarin we er heel goed in slagen om vorm te geven aan de inclusiegedachte. Deze verhalen gaan we zichtbaar maken. De dingen die lukken, klein en groot. Verhalen waar je blij van wordt.
Op donderdagmiddag lopen Jyhnee, Milan en Hidaya achter meester Wiechers aan het technieklokaal in. ‘Hier zitten we’, zegt meester Wiechers. ‘Je mag hier met alles werken, maar er zijn drie dingen waar je absoluut niet aan mag komen’. Hij wijst naar twee zaagmachines en een groot schuurapparaat. Het is de eerste keer dat deze drie leerlingen uit groep 7 van Kindcentrum Baggelhuizen, samen met drie leerlingen van Leercentrum W.A. van Liefland, techniekles krijgen.
Even later lopen Elilta (14 jaar), Aryan (14 jaar) en Samim (15 jaar) de klas binnen. Meester Bart Wiechers start de les en stelt de leerlingen aan elkaar voor. ‘Soms gebeuren er gekke dingen, maar dat is helemaal niet erg’ richt hij zich tot de kinderen van Kindcentrum Baggelhuizen. ‘Bij jullie in de klas gebeurt vast ook wel eens iets geks’. Op tafel liggen de opdrachten klaar en al gauw is iedereen lekker aan het werk.
Kindcentrum Baggelhuizen is een reguliere basisschool. Leercentrum W.A. van Liefland is een school voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en biedt onderwijs aan kinderen met een verstandelijke beperking. Beide scholen zijn gehuisvest in de multifunctionele accommodatie Het Schakelveld in Assen. Het gebouw biedt onderdak aan meer scholen, kinderopvang, een wijkvereniging, dagbesteding en een zwemschool.
Milan en Jyhnee vertellen enthousiast dat zij meteen hun vinger opstaken, toen hun meester vroeg wie er dit jaar graag mee wilden doen aan de techniekles. Jyhnee had erover gehoord van een vriendje die vorig jaar heeft meegedaan. ‘Het is heel erg leuk dat je echt dingen gaat maken’. ‘En je hoeft de spellingsles, als je die mist, niet in te halen’, vult Milan aan. Meester Jacko Oosterhof, die even om de hoek komt kijken of zijn leerlingen het naar de zin hebben, bevestigt dat. ‘Het is heel mooi dat we kinderen die interesse hebben in praktisch leren, deze kans kunnen geven. Vorig jaar zijn we er mee begonnen en op dit moment draait er op twee middagen in de week een groep’. Op donderdag bij meester Bart Wiechers en op vrijdagmiddag bij meester Joost Webbink.
‘Het idee is zo simpel en het regelen ging zo gemakkelijk dat je het bijna geen inclusie kunt noemen‘
Bart Wiechers, techniekdocent en adjunct-directeur, legt uit dat hij werkt volgens de BOL-methodiek; begeleid ontdekkend leren. ‘Ik help zo weinig mogelijk. En laat de leerlingen zelf naar oplossingen zoeken. Dat kan ook zijn dat ze hulp vragen aan een klasgenoot. Zeker voor leerlingen van de van Liefland stap je snel in de valkuil om even de hamer over te nemen en de spijker er voor hen in te timmeren. Dat is niet de bedoeling. We leiden kinderen op naar zelfstandigheid en ze moeten ervaren dat ze de dingen echt zelf hebben gemaakt. En dat kunnen ze ook’, vertelt hij trots. ‘Zo hebben leerlingen van ons bijvoorbeeld het kippenhok hierbuiten gebouwd en meerdere banken voor de kleutergroepen van kindcentrum Baggelhuizen’.
Op het VSO krijgen leerlingen in de eerste fase (leerjaar 1 t/m 3) techniekles. In het derde jaar gaan ze daarnaast op interne stage. Ze doen dan bijvoorbeeld de was voor de verschillende scholen in het gebouw. Ook maken ze broodjes in de keuken die daarna in de schoolkantine van het VSO worden verkocht. Omdat de kinderen van het VSO al langer techniek hebben gehad, hebben zij een kleine voorsprong en is het makkelijker om samen aan de slag te gaan.
Hoe gaat het samen leren?
In het begin werken de kinderen in twee groepen op aparte werkbanken naast elkaar. Langzamerhand probeer ik ze te stimuleren om contact met elkaar te zoeken, met kleine opdrachtjes, bijvoorbeeld door ze elkaar te laten helpen. De interactie blijft beperkt. Het belangrijkste wat we zien is dat de leerlingen elkaar leren kennen en begrip krijgen voor elkaar. En dat ze elkaar begroeten als ze elkaar tegenkomen op de gang.
‘Waar is juffrouw van Beekum? Is juffrouw van Beekum in haar kantoor? Moeten we juffrouw van Beekum met rust laten?’ vraagt Aryan. Hidaya kijkt even met grote ogen achterom wat er gebeurt en vijlt dan weer rustig door, als meester Wiechers aan Aryan vertelt dat hij hem steeds hoort praten over juffrouw van Beekum en dat hij daar mee moet stoppen. Is meester Wiechers boos? Meester Wiechers is niet boos.
Hoewel Bart Wiechers overal in het lokaal aanwezig is om vragen van de kinderen te beantwoorden, te helpen bij de figuurzaagmachine en instructies te geven, neemt hij ondertussen nog volop tijd om toe te lichten hoe het initiatief tot stand is gekomen. Bart Wiechers beleeft heel veel plezier aan het geven van de lessen. Normaal gesproken bestaan de techniekgroepen van Liefland uit vier leerlingen; acht leerlingen is te intensief en vraagt te veel begeleiding. ‘Een groepje zelfstandige leerlingen uit het regulier basisonderwijs kun je er wel prima bij hebben. En anders zou ik me maar vervelen als de leerlingen aan het werk zijn. Het is wel belangrijk dat de kinderen niet te druk zijn, want als ik mijn stem verhef, dan heeft dat veel impact op de kinderen van de Liefland’. Bart Wiechers doet het even voor en meteen schrikt Aryan op ‘Is meester Wiechers boos?’ Meester Wiechers is niet boos.
Omdat er vanuit de interne stages contact is tussen beide scholen, was het zo geregeld. ‘Het idee is zo simpel en het regelen ging zo gemakkelijk dat je het bijna geen inclusie kunt noemen. Natuurlijk heeft de leraar van Kindcentrum Baggelhuizen het goed voorbereid en met de ouders doorgesproken. Maar eigenlijk gaat het allemaal als vanzelf’.
Een leerling van Leercentrum W.A. van Liefland komt een grote legodoos terugbrengen in de klas. ‘Hé Jordi’, zegt Jyhnee verrast en ze geven elkaar een boks.
Het is tijd om op te ruimen. Hè nu al, jammer, zeggen Milan, Jyhnee en Hidaya. Met vereende krachten gaan de kinderen aan de slag met bezems en de stofzuiger. Binnen mum van tijd is het lokaal weer netjes aan kant. Milan, Jyhnee en Hidaya vonden het leuk en komen volgende week terug. ‘Jullie weten de weg?’ Ja, dat is geen probleem. Bart Wiechers blijft nog even met de andere drie leerlingen zitten om de les te evalueren. Hebben we ons doel van vandaag bereikt? Elilta knikt vol overtuiging.
Naar nieuwsoverzicht