Direct naar de inhoud.
11 november 2024 | 3.00 minuten leestijd

Profiteren van taalexpertise 

Profiteren van taalexpertise 

In 2035 moet het onderwijs in Nederland inclusief zijn. De ambitie is mooi, de praktijk is uitdagend. Hoe gaan we dat doen? In de regio Noord- en Midden- Drenthe gaat sinds jaar en dag ongeveer 4% van de leerlingen naar gespecialiseerd onderwijs. Ondanks vele inspanningen blijft het deelnamepercentage onveranderd. Tegelijkertijd zijn er talloze voorbeelden van leuke initiatieven, bijzondere projecten en ontroerende verhalen waarin we vormgeven aan de inclusiegedachte. Deze verhalen gaan we zichtbaar maken. De dingen die lukken, klein en groot. Verhalen waar je blij van wordt.  

Dit najaar viert de dependance van de Tine Marcusschool (speciaal onderwijs cluster 2) in Assen een jubileum. De onderbouwlocatie (groep 1 tot en met 4) bestaat vijf jaar. De locatie is gestart, zodat jonge kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) niet langer naar Groningen hoeven te reizen, maar dichterbij huis naar school kunnen gaan. De speciale school wilde graag inhuizen bij een gewone basisschool en na een zorgvuldige zoektocht viel de keuze op de multifunctionele accommodatie Kloosterveste, waar twee basisscholen gehuisvest zijn. Eén van hen is IKC het Sterrenschip. 

“Leuk dat je er bent. Ik heb niet zoveel tijd hoor, het loopt vandaag allemaal een beetje anders”, zegt Henriët Westerhof, directeur van IKC het Sterrenschip. “Er is een collega ziek en ik moet zo even de prijzen uitreiken van de voorleeswedstrijd. De collega’s kunnen je alles vertellen over onze samenwerking met de Tine Marcusschool. Ik breng je even naar hen toe”. Terwijl we door de gemeenschappelijke ruimte lopen, waar kleuters uit verschillende groepen aan het spelen zijn, is de dynamiek en realiteit van een basisschool direct voelbaar.  

“De kinderen van de beide scholen spelen samen buiten en krijgen samen gymles” vertelt Martine Boerema, leraar van groep 1 van IKC het Sterrenschip, terwijl ze de stoeltjes op tafel zet en met een veger door het lokaal gaat. Haar collega, die het interview zou doen is ziek, en Martine is bereid om in de korte tijd tussen het uitgaan van de klas en het oudergesprek dat gepland staat, te vertellen over de samenwerking. “Als de kinderen samen buitenspelen, spreek je de collega van de Tine Marcusschool en dan heb je het ongemerkt met elkaar over het onderwijs en de taalontwikkeling van kinderen. En neem je tips mee naar je eigen werkpraktijk, zoals bijvoorbeeld dat het belangrijk is dat kinderen je eerst aankijken, het gebruik van ondersteunende gebaren en hoe je via preteaching kinderen kunt voorbereiden op bepaalde leersituaties”.  

“De collega’s van de Tine Marcus zijn supersterk in het visualiseren van instructies”, zegt Yvonne Blankenstijn, intern begeleider van IKC het Sterrenschip. Dat is wat de doelgroep nodig heeft en dat zie je alleen al heel goed aan de manier waarop de klas is ingericht. Daar kunnen we in het regulier basisonderwijs echt wat van leren. We weten wel dat het belangrijk is en doen daar ook al heel veel aan, maar als je met collega’s uit cluster 2 samenwerkt, dan zie je dat we daar als IKC nog hebben te winnen. Ook voor de aanpak van het woordenschatonderwijs zijn ze een inspirerend voorbeeld. Het is belangrijk om goede woorden te kiezen, daar goed beeldmateriaal bij te hebben en de woorden in een context aan te bieden. Welke woorden passen bij elkaar. Woordwebben maken en zorgen dat je de woorden betekenis geeft (semantiseren). Woorden moet je minimaal zeven keer herhalen om ze te laten beklijven”. 

Even later, in een lokaal van de Tine Marcusschool, bevestigt Marije Pegels, leraar van groep 1 /2, het verhaal van Martine. Het meest waardevol aan de samenwerking tussen beide scholen vindt zij de korte lijntjes die ontstaan op het bankje op het schoolplein van het Sterrenschip. “Hier is bijvoorbeeld het idee ontstaan voor het woordenschatproject dat ik samen met collega Ellen van het IKC doe. We maken voor de kinderen van beide onderbouwgroepen woordplaten volgens de methodiek ‘Met woorden in de weer’. Deze woordplaten gebruiken we voor de taalzwakke leerlingen en zijn ook heel goed bruikbaar voor de kleuters van het Sterrenschip met een NT2-achtergrond”. 

‘Het meest waardevol zijn de korte lijntjes die ontstaan op het bankje op het schoolplein, terwijl de kinderen van beide scholen samen buitenspelen’.

“Samen buitenspelen, klinkt eenvoudig, maar In de klas bereiden we onze kinderen hier helemaal op voor’, vertelt Saskia Holterman (leraar groep 3 / 4 Tine Marcusschool). Hoe vraag je of je mee mag doen? En hoe gaat het dan vervolgens? Wat als de spelregels ineens veranderen? Je staat er niet bij stil, maar om samen te spelen zijn communicatieve vaardigheden nodig, die onze kinderen vanuit zichzelf moeilijk aanleren. We coachen de leerlingen daarbij. Eerst oefenen we in de les en dan in de praktijk op het schoolplein. Dat doen we volgens de methodiek ‘Spraakwaterval’, een methode gericht op toegepaste communicatie in de praktijk. We oefenen het communiceren in allerlei situaties, zoals het kopen van een croissantje bij de bakker, het samen spelletjes doen, maar ook het geven van je mening en het onder woorden brengen van je gevoel”. 

“Door samen op het plein te zijn, kun je voordoen hoe je als leraar de kinderen met TOS het beste kunt aanspreken”. Saskia beschrijft een voorbeeld van een situatie die zich de afgelopen week voordeed. Een kind moet even naar de wc en parkeert de fiets bij een van de leerkrachten. Een ander kind denkt dat de fiets vrij is en wil erop gaan zitten. De leraar van het IKC legt uit aan het kind dat de fiets bezet is, omdat het andere kindje even naar de wc is en zo weer terugkomt. Het kindje kijkt in verwarring om zich heen. ‘Dit doe ik volgens mij niet helemaal goed’ zei de leraar tegen mij, waarop ik dan vervolgens kan voordoen hoe een kind met TOS dit beter begrijpt. Door te praten in hele korte zinnen, met stiltes ertussen en duidelijke ondersteunende gebaren”. Marije en Saskia lachen:. “Op collega’s komt dit wel eens over dat wij heel kortaf zijn, maar een kind met TOS begrijpt het anders niet. Neem bijvoorbeeld grapjes. Kinderen met TOS hebben zoveel moeite om te volgen wat er wordt gezegd, dat het echt een uitzondering is als kinderen uit mijn klas moeten lachten om een taalgrapje”. 

Saskia vertelt dat het samenspelen en de gezamenlijke gymlessen ook uitstekende gelegenheden zijn om te toetsen hoe de kinderen met TOS zich redden in een grote groep, waar minder rekening wordt gehouden met hun taalprobleem. “Onze kinderen zijn slecht verstaanbaar en hoe reageren ze als ze niet begrepen worden. Of als ze de uitleg van een leraar niet begrijpen. Vragen ze dan om hulp? Of raken ze gefrustreerd”. 

Na groep 4 stromen kinderen uit naar regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of naar de bovenbouwlocatie van de Tine Marcusschool in Groningen. De afgelopen jaren zijn er drie leerlingen teruggeschakeld naar IKC het Sterrenschip. Yvonne is trots op de succesvolle terugschakelroutes naar het regulier basisonderwijs. “Doordat je dicht bij elkaar zit, kun je mooie geleidelijke routes inrichten, je kunt makkelijk bij elkaar observeren, samen doelen opstellen en goede afspraken maken over het wennen in de nieuwe groep. Voor kinderen en hun ouders is het plein en de school niet nieuw en dat maakt dat een overstap heel natuurlijk gaat”. 

Andersom komt ook voor. Door de contacten tijdens het buiten spelen kwam Martine over de taalachterstand van een van haar kinderen te spreken. De leerling heeft vervolgens een tijdje meegedaan met bepaalde lessen op de Tine Marcusschool en heeft daar erg van geprofiteerd. “Dat is heel fijn dat dat kan”. 

“Als je elkaar kent gaan dingen makkelijker. Dat merken we echt. Yvonne, de intern begeleider van het Sterrenschip, vertrouwt mij als ik zeg dat een kind er aan toe is om de overstap te maken naar het reguliere basisonderwijs. Bij willekeurige andere basisscholen heb ik nog wel eens het gevoel dat ik moet leuren en overtuigen om een goede plek te krijgen voor een kind. Yvonne zegt dan letterlijk ‘Als jij zegt dat het kind het kan, dan geloof ik je’. 

De leraren van de beide scholen zien elkaar langzamerhand steeds meer als collega’s. Behalve buitenspelen en gymles trekken de beide scholen ook gezamenlijk op bij vieringen zoals Sint-Maarten en Sinterklaas. Collega’s van de speciale school doen mee in commissies die deze vieringen voorbereiden. “In het begin was het even wennen, in de gauwigheid vergeet je elkaar nog wel eens, maar dat komt steeds minder voor”. 

Waar alle collega’s het over eens zijn is dat de realiteit van een school het tempo en de kwaliteit bepaalt. Marije licht toe dat er altijd veel te doen is op een school en dat je afhankelijk bent van personen. “Als er bijvoorbeeld een nieuwe leraar start, dan zouden wij het liefste zo snel mogelijk onze kennis delen. We begrijpen ook dat nieuwe leraren tijd nodig hebben om de algemene vaardigheden eigen te maken en dat verdiepende expertise over TOS niet de eerste prioriteit heeft”. Ook de collega’s van de Tine Marcus stellen hun eigen prioriteiten. “Wij horen ook bij het team van de vestiging in Groningen en moeten onze aandacht verdelen en keuzes maken waar we wel en niet aan meedoen”.  

De conclusie tijdens deze middag is dat het telkens weer kijken is waar de kansen en mogelijkheden liggen en waar je elkaar kunt helpen. Tot nu toe lukt dat goed en de wens is om de samenwerking nog heel lang door te zetten. Uit het lokaal beneden klinkt een luid gejuich op, in de groepen zeven worden de prijzen van de voorleeswedstrijd uitgereikt. 

Naar nieuwsoverzicht

© Copyright Passend Onderwijs Drenthe 2023

Disclaimer Cookies Privacyverklaring

Feedback
Feedback
We willen de inhoud van deze site blijven verbeteren. Daarom hebben we een paar vragen.
Wie ben je?
Heb je dit kunnen vinden?