Een diploma voor Jayla
In 2030 moet het onderwijs in Nederland inclusief zijn. De ambitie is mooi, de praktijk is uitdagend. Hoe gaan we dat doen? In de regio Noord- en Midden- Drenthe gaat sinds jaar en dag ongeveer 4% van de leerlingen naar gespecialiseerd onderwijs. Ondanks vele inspanningen blijft het deelnamepercentage onveranderd. Tegelijkertijd zijn er talloze voorbeelden van leuke initiatieven, bijzondere projecten en ontroerende verhalen waarin we vormgeven aan de inclusiegedachte. Deze verhalen gaan we zichtbaar maken. De dingen die lukken, klein en groot. Verhalen waar je blij van wordt.
De aanleiding was een bericht op Linked-in met een foto van twee stralende mensen; een docent en zijn leerling. Erik Brouwer, waarnemend teamleider ondersteuningsteam bij dr. Nassaucollege Penta, beschrijft hoe blij en trots hij is op Jayla, die haar diploma heeft gehaald. Geen gemakkelijke weg, want Jayla komt van VSO de Atlas. ‘Laat Jayla een inspiratie zijn voor ons allemaal, haar succes laat zien wat er mogelijk is met lef, de juiste steun en een nooit aflatende wil om te slagen’. Hier willen we meer over weten. En zo zitten Jayla, haar moeder Joyce, Erik Brouwer en Shirley Marquering (locatieleider VSO Atlas) op een vrijdagmiddag om de tafel om terug te blikken.
‘Vanuit groep 8 van de basisschool ben ik naar VSO de Atlas gegaan’ vertelt Jayla. ‘In de 2e klas ging dat een tijdje minder goed. Toen het wat beter ging, mocht ik kiezen. Of ik kon naast de theorievakken op het VSO, stage lopen bij het Hof van Saksen en school afronden met staatsexamens en certificaten, of praktijkvakken volgen bij Penta, zodat ik een volwaardig diploma zou kunnen halen’. Ik heb voor dat laatste gekozen.
In die tijd waren de Atlas en Penta net gestart met het vormgeven van een zogenaamd symbioseprogramma VSO-VO, lichten Erik en Shirley toe. ‘We wilden ervoor zorgen dat leerlingen op het VSO ook volwaardige VMBO-diploma’s konden halen. En daarvoor is het nodig dat leerlingen examen kunnen doen in praktijkvakken. Voor het VSO was het niet mogelijk om dit zelf te organiseren. Beide scholen staan vlak naast elkaar, dus dat bood kansen’.
‘Het volgen van de praktijkvakken bij het vakcollege Horeca, Bakkerij en Recreatie ging eigenlijk best heel goed. En toen ontstond het idee om Jayla volledig te laten meedraaien bij Penta’, vult Erik Brouwer aan. Joyce zag dat het haar dochter lukte om in twee klassen op twee scholen in de groep te functioneren en dat gaf haar de overtuiging dat Jayla ook wel volledig op het regulier onderwijs zou kunnen meedraaien. De beide scholen hadden eerst nog hun aarzelingen. De docenten van VSO de Atlas waren voorzichtig, want ze wilden Jayla behoeden voor een terugval. Als het niet goed zou gaan, dan is dat een nieuwe deuk in het zelfvertrouwen van kinderen. Ook op Penta twijfelde men; kunnen we de aansluiting vinden bij het PTA (Programma van toetsing en afsluiting), kunnen docenten het aan en wat is de impact op de klasgenoten? De school wil liever geen risico lopen. In eerste instantie was het antwoord nee. Maar Joyce was vasthoudend en vroeg wat nu belangrijker was ‘het welslagen van de pilot symbioseprogramma VO-VSO, of de ontwikkeling van mijn kind’. Uiteindelijk was de kogel door de kerk en vanaf 1 december ging Jayla fulltime naar Penta.
‘Ik moest eerst heel erg wennen’, zei Jayla. De lessen waren anders, er was veel meer uitleg en minder tijd om in de les huiswerk te maken. De docenten hebben me erg goed geholpen met extra uitleg. Ook waren de docenten strenger en werd ik eerder aangesproken op mijn gedrag. Zo had ik wel eens grof taalgebruik in die tijd. En als er in de klas iets gebeurde, dan was ik er bij. Hier heb ik een paar keer een gesprek over gehad met mijn mentor meneer Brouwer en mijn moeder. Bovendien moest ik nog opdrachten en toetsen inhalen voor het PTA. Dat heb ik onder of na schooltijd gedaan.
Erik Brouwer beaamt dat Jayla hard gewerkt heeft. Het was lastig om halverwege het jaar er voor te zorgen dat Jayla nog aan alle eisen van de overgangsregeling en het PTA zou kunnen voldoen. Zo had Jayla bijvoorbeeld nog geen Duits gehad. Dat vraagt om creatief denken. Hoe kun je de lesuren zo goed mogelijk benutten en kun je op bepaalde toetsmomenten dingen bundelen? Hiervoor moet je praktische oplossingen bedenken. Jayla was zeer gemotiveerd en dat hielp heel erg mee. Het eerste jaar was een heel intensief jaar. Er was veel begeleiding nodig en het ging lang niet altijd goed. Het is dan belangrijk om met alle docenten vol te houden. Er hebben heel wat gesprekken plaatsgevonden. En het is best spannend geweest of het zou gaan lukken.
Hoe mooi is het dan om te zien dat het in het examenjaar alles op zijn plek valt en Jayla op eigen kracht, net als alle andere leerlingen, met een klein beetje extra hulp en begeleiding naar school gaat en haar eindexamen haalt.
‘Laat Jayla een inspiratie zijn voor ons allemaal, haar succes laat zien wat er mogelijk is met lef, de juiste steun en een nooit aflatende wil om te slagen’. Erik Brouwer, linked-in, juni 2024
Wat heeft bijgedragen aan het succes?
Erik Brouwer vertelt dat het geholpen heeft dat Jayla in een klas terecht kwam, waarin meerdere leerlingen met bepaalde problemen kampten. Dat maakte dat Jayla niet heel erg opviel in de groep. Tegelijkertijd was er sprake van een klas met een goede leerhouding. De sfeer was ‘goede cijfers zijn cool’.
In de periode dat het niet goed ging, heeft de school de volgkaart ingezet. Op deze volgkaart staan drie of vier korte duidelijke doelen, zoals ‘ik heb mijn spullen bij me’. De leerling legt de volgkaart op tafel en aan het einde van de les vult de docent in of de doelen behaald zijn. Het is een bekend fenomeen dat mensen geneigd zijn om negatieve gebeurtenissen beter te onthouden dan alle keren dat het goed ging. Als er tijdens de leerlingbespreking ‘geklaagd’ wordt over een leerling en dat gebeurde natuurlijk, dan helpt het om de volgkaarten erbij te pakken en te kijken hoe het gedrag van een leerling werkelijk is geweest. Wat voor Erik zelf verschil maakte, is dat hij in zijn vrije tijd Jayla een keer tegen kwam terwijl ze aan het werk was bij een bijbaantje. Ik was verrast hoe hard ze werkte, hoe zelfstandig ze was en hoeveel verantwoordelijkheid ze nam. Ik zag toen wat ze in haar mars heeft en dat gaf vertrouwen dat het op school ook zou gaan lukken.
In het begin kreeg Jayla een begeleider mee van de Atlas. ‘Ik begrijp dat het voor sommige leerlingen belangrijk is, maar ik vond het echt heel vervelend. Zeker in de pauzes. De begeleider vroeg dan bijvoorbeeld ‘Lukt het allemaal?’ en ik dacht laat mij nou, als er iets niet lukt dan is er een docent, daar kan ik ook naar toe. Ook krijg je er natuurlijk vragen over van andere klasgenoten, sommigen vroegen zelfs of de begeleidster misschien mijn moeder was! Gelukkig heb ik zelf niet zoveel last van dat soort vragen, maar vervelend is het wel’. Omdat het voor Jayla niet nodig was en juist niet werkte, is de inzet van de begeleider al snel gestopt. Shirley licht toe dat het voor sommige leerlingen belangrijk is, om in een nieuwe spannende situatie een vast gezicht te hebben. Meestal start de begeleider dichtbij in de klas en trekt de begeleider zich steeds meer terug naar de achtergrond.
Hoe reageren klasgenoten? ‘Ze waren wel nieuwsgierig en ik kreeg er wel opmerkingen over dat ik van Renn4 kwam. Ik probeer dan uit te leggen dat de kinderen op Renn4 echt niet allemaal hetzelfde zijn en juist heel verschillend. Je wilt graag gezien worden als een gewone leerling. Het gebeurde ook wel dat klasgenoten vroegen wanneer kom je nu echt helemaal bij ons? Dat was fijn om te horen. Ik heb nog steeds contact met een paar klasgenoten van vorig jaar’.
Joyce geeft aan dat het prettig was geweest voor iedereen als alle betrokkenen op vaste momenten samen om de tafel zouden hebben gezeten. In die periode had ik veel overleg met verschillende mensen van de beide scholen. Ik vond het heel lastig om alle informatie steeds goed bij elkaar te krijgen. Ook had ik de indruk dat veel dingen op het laatste moment geregeld moesten worden. Het helpt als dingen op tijd duidelijk zijn.
Op de vraag wat goed gewerkt heeft vat Jayla nog eens samen ‘de steun van mijn moeder en van de docenten, dat je zoveel mogelijk als gewone leerling wordt gezien en mijn eigen motivatie’. ‘Jayla, ik ben supertrots op je’, zegt Shirley. Joyce en Erik knikken instemmend. Aan tafel zit een prachtige zelfbewuste jonge meid, op weg naar een mooie toekomst. Jayla is net gestart met een MBO-4 opleiding en ze heeft het naar de zin.
Naar nieuwsoverzicht