Ondersteuning en preventie thuiszittende jeugdigen

De samenwerkingsverbanden passend onderwijs voor primair en voortgezet onderwijs in Groningen en Drenthe hebben een gezamenlijke subsidieaanvraag ingediend voor het versterken van het onderwijs en ondersteuningsaanbod voor jeugdigen die thuiszitten of dreigen thuis te komen zitten. Als de subsidie wordt toegekend, komt er 1,4 miljoen euro beschikbaar voor de periode 2025 – 2028. Rond de zomervakantie wordt dit duidelijk. Het samenwerkingsverband passend onderwijs Noord- en Midden- Drenthe is penvoerder voor de subsidie.
Sinds de start van passend onderwijs in 2014 hebben de samenwerkingsverbanden het onderwijs- en ondersteuningsaanbod voor jeugdigen die thuiszitten, of die dreigen om thuis te komen zitten, fors uitgebreid. Ieder samenwerkingsverband heeft in samenwerking met scholen en verschillende regionale partners eigen keuzes gemaakt. Hierdoor is een breed palet aan mogelijkheden ontstaan en nieuwe initiatieven zijn in ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn onder andere hulp aan scholen bij uitvoering van de zorgplicht, de inzet van consulenten en ambulant begeleiders met specifieke expertise, time-out of reboundklassen op de scholen en onderwijs-zorgarrangementen. Ook is de verwachting dat de recent ingerichte ouder- en jeugdsteunpunten gaan bijdragen aan het terugdringen van verzuim en het verkrijgen van een nieuw perspectief voor thuiszitters.
De mogelijkheden verschillen per sector (primair onderwijs of voortgezet onderwijs) en per regio (per samenwerkingsverband). Het komt regelmatig voor dat kinderen gebruik maken van een ondersteuningsaanbod in een andere regio dan waarin zij wonen. De subsidie geeft de samenwerkingsverbanden de mogelijkheid om hun eigen aanbod te versterken en om te leren van en met elkaar.
Leren met en van elkaar
Door de intensieve aandacht voor het aanpakken van thuiszitters hebben de samenwerkingsverbanden de potentiële thuiszitters beter in beeld en ook goed zicht gekregen op de oorzaken. Vaak is sprake van een combinatie van verschillende factoren die belemmerend zijn voor het vinden van een oplossing. De afgelopen jaren is er veel ontwikkeld en geëxperimenteerd. Dat heeft veel opgeleverd. Het is nu tijd om kritisch te kijken naar de effectiviteit van de verschillende initiatieven. Welke aanpakken leveren goede resultaten op en kunnen we deze werkwijzen beter voor het voetlicht krijgen. Met deze kennis kunnen de samenwerkingsverbanden het ‘thuisnabije’ onderwijs- en ondersteuningsaanbod doelgericht versterken. En zo de schoolaanwezigheid van leerlingen verhogen. Waar mogelijk gaan de samenwerkingsverbanden vaker gebruik maken van elkaars onderwijs- en ondersteuningsaanbod. En waar nodig zullen de handen ineen geslagen worden om gezamenlijke voorzieningen in te richten.
In het streven om alle kinderen passend onderwijs te bieden en het thuiszitten te beperken, is de verleiding groot om voor iedere specifieke doelgroep een speciaal alternatief te ontwikkelen. Het inrichten van speciale voorzieningen voor kinderen met intensieve onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is soms nodig. Daarbij is telkens de vraag aan de orde in hoeverre de samenwerkingsverbanden het aanbod kunnen positioneren in een meer inclusieve leeromgeving.
Naar nieuwsoverzicht